top of page

La Haine – Wanneer stilte genoeg is

  • Freerk Arntz
  • 21 aug
  • 5 minuten om te lezen
ree



ree

De cultklassieker La Haine (in het Nederlands ook wel: De Haat) van regisseur Mathieu Kassovitz viert weliswaar dit jaar haar dertigste verjaardag, maar de wereld die het kenschetst is hooguit oppervlakkig veranderd. Zowel armoede en geweld, als de specifieke subculturele gedragingen die de film ons toont, zijn vandaag de dag nog even aanwezig in de talrijke Europese migrantenwijken als ze toen waren, misschien zelfs nóg aanweziger. Toch is het volgens velen sindsdien niemand meer gelukt deze wereld zo goed en meeslepend weer te geven, en blijft de film immens populair bij zowel de allochtoon die het probeert te documenteren, als het overwegend blanke, filmkijkende publiek, dat zich anderhalf uur in deze wereld waant, om vervolgens weer verder te gaan met hun relatief risicoloze leven. Ik had onlangs het genoegen me tot die tweede groep te rekenen, toen ik de film bezichtigde op het grote doek in De Uitkijk te Amsterdam.


De film speelt zich af in een door een migrantenrellen getroffen banlieue net buiten Parijs, en volgt een etmaal uit het leven van drie daar woonachtige jongeren: Vinz, Hubert en Saïd. Vinz (gespeeld door Vincent Cassel) is een joodse jongen met een kort lontje, die ondanks de onvrede van zijn familie, en dankzij zijn eigen onzekerheid als minderheid in een door Afrikanen en Arabieren gedomineerde omgeving, sterk onder invloed staat van de straatcultuur in zijn wijk. Hubert (gespeeld door Hubert Koundé) is een meer bedaarde, rationele bokser van Afrikaanse komaf, wiens geliefde sportschool tijdens de rellen is afgebrand. Hoewel een deel van zijn inkomen van drugshandel afkomstig is, droomt hij regelmatig van een beter leven buiten de banlieues. Vinz en Hubert dienen in de film als tegenpolen, daar Vinz ervan droomt zijn felbegeerde status op straat te verwerven door een agent dood te schieten, en Hubert – die op ieder vlak, van zijn Afrikaanse afkomst tot zijn drugshandel, meer status op straat heeft dan Vinz – juist een beter leven wil. Saïd (gespeeld door Saïd Taghmaoui) dient als bemiddelaar tussen beide. Hij vervult tevens de, voor iedereen die begin deze eeuw naar Zapp-programma’s keek, archetypische rol van grappige Noord-Afrikaan.

ree

Een rode draad doorheen de film is de naderende dood van Abdel, een jongen die bij de rellen zwaargewond raakte en in het ziekenhuis ligt. Vinz, die een verloren politiepistool vond, heeft zichzelf voorgenomen dat, mocht Abdel overlijden, hij een agent doodschiet ter vergelding. Hubert is hier mordicus tegen, omdat hij gelooft dat dit enkel een vicieuze cirkel van haat in werking kan en zal zetten (‘La haine attire la haine !’). Vinz weigert hier echter naar te luisteren en blijft het pistool bij zich dragen. Er doen zich in de film meerdere momenten voor dat hij hierop betrapt had kunnen worden door de politie, maar iedere keer komt hij met geluk weg. De eerste keer betreft het ziekenbezoek aan Abdel, wat tot een opstoot leidt waarbij enkel Saïd gearresteerd wordt. Niet veel later, na Saïds vrijlating, ontstaat bijna een tweede grote rel, omdat Abdels broer een politieagent probeert aan te vallen. Vinz komt tijdens het vluchten oog in oog met een agent te staan, maar weet de trekker niet over te halen door toedoen van Hubert. Het wordt het drietal te heet onder de voeten en zij vluchten met de trein naar Parijs. Vinz weet, ook daar, nipt de dans te ontspringen, wanneer, bij het verlaten van het pand van drugsdealer Astérix, alleen Hubert en Saïd gearresteerd worden. Hubert en Saïd worden na een langdurig vertoon van racistisch machtsmisbruik vrijgelaten, maar pas zo laat dat zij de trein naar huis al gemist hebben. Het drietal zal de nacht op straat moeten doorbrengen. Na een bezoek aan een kunsttentoonstelling, een poging een auto te stelen en wat door de stad te spoken, horen ze op het nieuws dat Abdel aan zijn verwondingen is overleden. Vinz doet niks.

ree

De tweespalt tussen Vinz – iemand die eigenlijk niet binnen de straatcultuur past, maar er o zo graag binnen wil passen – en Hubert – die tot in de haarvaten met de straatcultuur verweven is, maar er o zo graag uit wil ontsnappen – komt tot een climax in een aanvaring met een groep skinheads. Na hen eerder vanaf een dak beledigd te hebben, komen Saïd en Hubert ze nog een keer op straat tegen. De fysieke mishandeling die volgt, wordt opgebroken door Vinz, die vervolgens één van de skinheads op zijn knieën dwingt. Hij staat op het punt hem te executeren, zijn ‘straatstatus’ eindelijk te verdienen – zelfs de tot nu toe redelijk pacifistische Hubert moedigt hem aan –, maar het lukt hem niet. Iets hapert in zijn hoofd en hij laat hem gaan. Wat volgt, is een stille treinrit naar huis, misschien stil door vermoeidheid, maar waarschijnlijk door een wederzijds begrip dat de climax van de film tussen Vinz en Hubert veroorzaakt heeft: Vinz begrijpt opeens waarom Hubert zo fel tegen zijn vergeldingsplannen gekant was en Hubert begrijpt dat Vinz nooit daadwerkelijk een gevaar vormde, dat het toch niet in hem zat om iemand te vermoorden.

ree

Dit is het moment waarop de film had moeten eindigen: het drietal in de trein, in stilte, op andere zitplaatsen, scherm op zwart, fin. Helaas gaat de film hierna nog door, om zichzelf uit te leggen. In de volgende scène zien we Vinz, Hubert en Saïd op hun vaste pleintje. Vinz geeft het gestolen pistool aan Hubert, waarmee hij zoiets wil zeggen als: ‘Ik had deze nooit moeten hebben, maar jij kunt er vast meer mee’ – alsof de symboliek van stilzwijgend wederzijds begrip over elkaars aard nog niet evident genoeg was in de vorige scène. Vervolgens lopen Saïd en Vinz weg van Hubert, richting de straat, waar een politieauto remt en ze in de boeien slaat. De agenten herkennen ze van een eerdere rel op een dak. De agent die Vinz staande houdt richt zijn pistool op hem en vraagt of hij nu ‘bang is zonder zijn vriendjes’. Door de emotie, gaat zijn pistool per ongeluk af en Vinz valt dood neer. Terwijl Saïd toekijkt, loopt Hubert op de agent af, richt zijn pistool op hem, de agent richt zijn pistool terug op Hubert, en het scherm gaat op zwart. Het publiek weet niet of Hubert of de agent hier sterft.


Dit einde is weliswaar een juist uitgevoerd filmcliché, maar voegt verder weinig toe. Het thema van de film is al lang duidelijk en tot een bevredigende climax gekomen. Toch voelde de regisseur de behoefte om zijn ‘betekenis’ er iets dieper in te wrijven: Vinz moest sterven voor iets dat hij vóór zijn inkeer gedaan had, en Hubert moest worden wie hij altijd al was – iemand die wel in staat was te moorden. Het is alsof je een heel goede grap uitlegt, en hem daarmee van alle humor ontneemt. Soms is zwijgen luider dan een geweerschot.


Opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Voeg een beoordeling toe
bottom of page